Halve marathon Lauwersoog – Ulrum, 30 juli 2016.
Rotterdam marathon ligt al weer een tijdje achter me. De marathon waarin ik me voor de derde keer kwalificeerde voor Boston. In Enschede waarin toch 46 seconden te kort kwam voor deelname aan Boston. Vorig jaar in de marathon van Tokio waar een luttele 30 seconden op de 42 kilometer en 195 meter mij geen startbewijs opleverde voor Boston. Gelukkig liggen de kaarten nu beter en heb ik een marge van 4 en 56 seconden voor Boston 2017. Heb ik dan zo snel gelopen in Rotterdam? Nee, ik val nu in een andere leeftijdscategorie. In oktober dit jaar zal het verdict door de organisatie van marathon Boston worden uitgesproken over deelname aan Boston 2017 voor Chris Renkema uit Boerakker. Vanaf nu hou ik wel de focus op Boston en zit ik nu in de voorbereidende fase.
Die bestaat uit het elke maand een halve marathon lopen. De nacht van Groningen en de Olde Wierenloop in Opende liggen inmiddels achter me. In Opende gelopen op hartslag met als opdracht deze onder de 170 te houden. En dat ging goed.
Op zaterdag 30 juli de halve marathon van Ulrum. Inschrijven in Ulrum, met de bus naar Lauwersoog en vandaar weer terug lopen.
Doelstelling voor de wedstrijd; Tot 11 kilometer harstslag onder de 170 houden en daarna versnellen. Het weer is goed met een graadje of 21 en weinig wind. Wat kan me gebeuren? Welnu, een hoop ellende.
Na het startschot lopen we via de visafslag het Lauwersmeer gebied in. Prachtige natuur om mij heen en een vrolijke zon die af en toe wordt afgeschermd door een wolkje. Er staat weinig wind en omdat ik ook wind mee heb voelt het alsof het windstil is. Mijn hartslag heb ik prima onder controle en blijft zo rond de 163 slagen per minuut. Na zes kilometer merk ik dat mijn kilometertijden op lopen. Ik krijg het ook warm en kom al snel tot de conclusie dat Ulrum op dit punt nog heel ver weg is. Nog niet eens op de helft en ik moet nu al een strijd met mezelf leveren. Ik loop in het clubtenue vandaag met onze kledingsponsor autobedrijf Renkema uit Oldekerk op mijn rug genoemd. Een deelnemer achter mij maakt de opmerking wanneer hij nu pech krijgt hulp dichtbij is. Ik antwoord dat dit niet zal gaan omdat IK zelf meer hulp nodig heb. Hij spreekt mij nog bemoedigend toe met de woorden dat we al over de helft zijn.
11 kilometer. Het punt waarin ik zou moeten versnellen. Maar ik wil helemaal niet versnellen. Eerder het tegenovergestelde. Het is zo fucking warm en ik snak naar een licht briesje. Ik kan gaan terug lopen met tegenwind maar dan kom ik helemaal niet in Ulrum.
Mijn tempo gaat gestaag naar beneden. Bij de verzorgingsposten, gelukkig om de drie kilometer, kan ik even bijkomen. Maar tussen de verzorgingsposten moet ik ook wandelpauze’s toevoegen. Het kan me ook allemaal niets meer schelen. Kilometer 16 gaat de slechtste worden. Hier deed ik 6 minuut 40 over. Je zou je hardloopschoenen gelijk in het Lauwersmeer flikkeren. Maar ik heb net nieuwe dus dat is dan ook weer zonde. In de verte zie ik een kerktoren. Ik hoop maar dat dit de kerktoren van Ulrum is. Gelukkig is dat ook zo. In de laatste 2 kilometer zie ik clubgenote Janetta Wolthekker voor mij lopen. Als ik naast haar kom en ze ziet me roept ze me toe; “Hé Chris, loop jij net zoals ik ook al zo slecht? ” Gelukkig ik ben niet de enigste die het moeilijk heeft. Later hoor ik van haar broer Dorus dat die ook geen beste wedstrijd heeft gelopen.
We besluiten samen te finishen. De laatste kilometer is een lange kilometer. Gelukkig worden we toegejuicht door de bevolking van Ulrum die massaal langs de kant staat. En dit overdrijf ik niet. 50 meter voor de finishlijn pakken we elkaars hand en gaan als eenheid van Loopgroep Nienoord over de eindstreep. (Die lachende gezichten waren alleen voor de fotografen) En zo krijgt deze dag toch nog een gouden randje.
Al het overige snel vergeten en richten op de volgende halve marathon. 28 augustus, Bommen Berend te Groningen.